Zwam redt bos: Zambiaanse Russula’s (+recept!)

check van een eetbare russula tijdens workshop paddenstoelen zoeken. Foto: Roeli Andrea 2024

Hoe kan een paddenstoel een bos redden? Nou, bijvoorbeeld door haar sporen te laten vliegen en zichzelf te vermenigvuldigen, zodat de bosgrond verriijkt wordt met haar ‘wortels’, het mycelium. Of door zich te laten plukken en zich te laten verkopen, en het geld terug naar de bosbeheerders te laten sturen, zodat die geen bomen hoeven te kappen voor een snel inkomen uit zaken als houtskool.

vruchten van het wood wide web
Paddenstoelen zijn vergelijkbaar met vruchten als appels of kersen, alleen groeien ze niet aan een boom, maar aan een ondergronds netwerk van schimmeldraden. Die draden brengen niet alleen de paddenstoelen voort, maar maken de grond ook vruchtbaar voor een heleboel andere organismes. Al die schimmeldraden die de boomwortels helpen groeien, heten samen het ‘mycorrhiza’.

De BBC maakte een mooi filmpje van het ‘Wood Wide Web‘ waarmee deze schimmels communiceren met plantenwortels in de bosgrond. Behalve mineralen, suikers en water, wisselen ze bijvoorbeeld ook signaalstoffen uit om aan te kondigen dat er rovers, brand, droogte of ziektes op komst zijn. Andere organismes kunnen zich daar dan tegen wapenen, bijvoorbeeld door hun bladeren te laten vallen of vieze luchtjes af te scheiden.

heksenkringen
Paddenstoelen groeien vaak aan de uiteinden van hun schimmelnetwerken, om daarvandaan het volgende stuk grond of hout over te kunnen nemen. Daardoor tref je ze in ronde kringen: ‘heksenkringen’. Hoewel we inmiddels weten dat er voor het vormen van die cirkels geen kwaadwillige magiërs benodigd zijn, is het voor de meeste mensen toch goed een beetje bang van die kringen te zijn – paddenstoelen kunnen immers giftig zijn, en maar weinig mensen hebben de kennis om het verschil tussen een dodelijk exemplaar en geneeskrachtig exemplaar te kunnen zien. Net als bij planten (en mensen?), zijn er families waarin de onschuldigenen en de schuldigen nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, maar ook families waarin dat verschil makkelijk vast te stellen is.

Lekkere Russula’s
Twee van de eetbare paddenstoelen die je bij Mobile Orchards kan kopen, komen uit de familie van de Russula’s. Dat is een van de families waarin je het onderscheid tussen gezond en giftig best makkelijk kan testen: de oneetbare smaken heel scherp. Dat merk je al als je ze even tegen je tong houdt. Ze zijn niet giftig genoeg om je daarvan veel last te geven (tenzij je allergisch bent).
Gelukkig weten onze Zambiaanse paddenstoelenverzamelaars ook zonder proeven heel goed welke te eten zijn en welke niet. Zij drogen de russula’s, waarna ze nog jaren houdbaar zijn. Omdat de paddenstoelen in het regenseizoen geplukt worden, kan het gebeuren dat ze een beetje naar rook smaken: iemand heeft ze dan naast het houtvuur gelegd om ze te drogen, vaak omdat het ging regenen.

De Russula’s die wij in Zambia kopen heten daar ‘Munya’ en ‘Busefwe’, maar Europese paddenstoelendeskundigen als Bart Buyck kennen ze als de ‘Russula Cellulata var. Ntama’ en de ‘Russula Ciliata’. De kleverige Russula Ciliata komt in verschillende kleuren voor, de Cellulata zijn vaak een beetje oranje-bruin met een witte onderkant. Net als de Nederlandse Russula’s vormen ze allianties met bomen: in Europa werken Russula’s bijvoorbeeld samen met berken of eiken, in het Zambiaanse miombobos met bomen als de Afzelia africana, de Afrikaanse Mahonie, die veel te vaak geoogst wordt, vanwege haar mooie hout. Lokale bosbewoners krijgen meestal maar een paar euro voor een hele boom – een prijs die we al kunnen verslaan met een paar blikjes russula! Dan kan de boom gewoon blijven staan, zodat ze volgend jaar weer kunnen oogsten.

paddestoelen zoeken, mrs Chomba & banaMutale. Foto: Roeli Andrea 2024
Mrs. Chomba & banaMutale verzamelen paddestoelen aan de Minamba Research Farm.
Foto: Roeli Andrea 2024

Of dat ook echt zal lukken, moeten we de komende jaren uitzoeken. Inkomsten uit de verkoop van paddestoelen gaan meestal naar de vrouwen, terwijl inkomsten uit hout meestal naar de mannen gaan. Om te voorkomen dat die achterblijven, verkopen we bijvoorbeeld ook meubels en sierraden van takkenhout, waarvoor de stam kan blijven staan. We houden het effect van ons werk in de gaten met behulp van satellietbeelden, de burgerwetenschappelijke methodes van voedsel-uit-het-bos en studenten die ons werk ter plekke onderzoeken.

handleiding eetbaar bosbeheer
Om lokale mensen enig inzicht te geven in de opbrengst die duurzaam bosbeheer hen kan bieden, werken we daarnaast ook aan een handleiding die je kan gebruiken om je bos en oogst te monitoren. Daarmee kan ook een grove inschatting van de toekomstige waardes worden geven – qua geld, maar bijvoorbeeld ook qua bouwmaterialen of voeding. Omdat bosproducten als de paddenstoelen doorgaans veel gezonder zijn dan voedsel dat je met geld koopt, vragen wij de verkoopsters een ruime voorraad voor hun gezin apart te leggen voordat ze het restant verkopen. Bij winstvoorspellingen kijken we dus niet alleen maar naar het geld – het bos moet ook vooral gezond en lekker zijn!

Hervulbaar blik Zambiaanse Russula’s van Mobile Orchards (8,50 E.)
Foto: Jara van den Berg 2024

recept paddenstoelenpaté
Dat de Zambiaanse Russula’s ook echt bizar lekker kunnen zijn, bewees de Zoetermeerse kok Dirk met zijn recept voor een tartelette met paddenstoelenpaté, losjes gebaseerd op dat van chickslovefood. Toen we zijn paddenstoelenpaté van onze Russula Cellulata op de markt lieten proeven, was iedereen gelijk om. Het lijkt het ideale hapje voor een feestelijk diner, en nog vegetarisch ook! Voor de gelegenheid maakte Dirk zelfs een glutenvrije variant.

Dirk gebruikte:
1 ui
1 teentje knoflook
300 gram verse paddenstoelen (bijv. kastanjechampignons)
1 takje verse tijm
125 gram roomkaas
1 handje krulpeterselie
4 tartelettes of ronde toastjes
10 gram gedroogde paddenstoelen
50 gram bevroren kersen
1 eetl. honing

Voorbereiden
1 Maal (koffiemolentje/kleine keukenmachine) de gedroogde paddenstoelen tot een fijn poeder, of gebruik een blikje voorgemalen gerookte Russula’s
2 Snijd de ui, knoflook en paddenstoelen grof.
3 Doe de ui, knoflook en paddenstoelen in een keukenmachine en maal dit tot hele kleine stukjes. Verhit dan een scheutje olie in een koekenpan en bak het paddenstoelenmengsel tot dit helemaal gaar is.
4 Breng het mengsel op smaak met de poeder van de gedroogde paddenstoelen.
5 Haal de pan van het vuur, laat een beetje van het vocht weglopen en meng de paddenstoelen met de tijm, roomkaas en wat fijngehakte peterselie. Breng op smaak met peper en zout.
6 Schep de paddenstoelenpaté in een spuitzak en bewaar koud.

Serveren
1 Verwarm de kersen met de honing in een steelpannetje en plet ze met een houten lepel zodat het sap eruit loopt.
2 Leg een kers in elke tartelette of op elk toastje.
3 Knip een puntje van de spuitzak met paddenstoelenpaté en vul de tartelette of toastje met de
paddenstoelenpaté.


Glutenvrije variant
I.p.v. de tartelette of het toastje kan je bijvoorbeeld een schijfje koolrabi gebruiken. Schaaf plakken van 4 mm van de koolrabi en steek er rondjes van 3 cm uit. Blancheer deze 3 tot 4 minuten in kokend water en laat ze afkoelen in ijskoud water.

Om koks als Dirk te helpen, bieden we de Zambiaanse Russula’s binnenkort ook gerookt en gemalen aan in een klein blikje dat door de brievenbus past. Dan heb je gelijk een mix van gedroogde Russula Ciliata en de Russula Cellulata, voor een prijs die kan concureren met de gedroogde russula’s die je in de delicatessenwinkel koopt. Laat ons vooral weten wat je ermee doet, we zijn heel benieuwd naar het resultaat!

Dirk’s overheerlijke paddestoelenpaté met gerookte Russula Cellulata’s, vegetarische snack bij uitstek!
Foto: Desh Chisukulu 2024

Op naar een groener en zelfvoorzienender 2025!

paddestoelen zoeken, mrs Chomba & banaMutale. Foto: Roeli Andrea 2024

Wie het jaar begon met het kijken naar het nieuws, werd wellicht niet heel vrolijk. Oorlogen om ons heen, terwijl de inflatie ons dagelijks eten steeds duurder maakt, onze leefomgeving vol giftige stoffen zit en het klimaat veel sneller verandert dan zelfs de pessimisten vreesden. Bosbranden, overstromingen, tornado’s. Gelukkig hebben al die problemen grotendeels dezelfde oplossing: meer planten, bomen, struiken. Daarom bedenken we bij Mobile Orchards allerlei interventies om onze steden groener en eetbaarder te maken, terwijl we de bossen eromheen beschermen. 

Groen kan (ook) goedkoop

Gelukkig is meer groen niet moeilijk, en hoeft het zelfs niet duur te zijn. Natuur is immers wat er gebeurt als mensen even niets doen. Het vergt pas werk als je haast hebt of processen bij wil sturen – bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat de nieuwe natuur ook geschikt is voor menselijke consumptie, of omdat je een bepaald type natuur wil beschermen. 

Vaak is het ook helemaal niet zo moeilijk: door simpelweg een greppel of een poel in een stuk land te graven, win je al een veelvoud aan biodiversiteit en een schat aan regenwater. Eén zaadje in 2025 kan in 2040 een enorme boom zijn, die de wind breekt, de bodem vasthoudt, water reguleert en lucht ververst. Een stoer organisme dat dieren beschermt, mensen voedt en hun huizen koelt. 

Omdat veel mensen weinig tijd of plek hebben om al dat eetbaar groen te kweken, probeert Mobile Orchards het zo makkelijk mogelijk te maken. We bieden met kant-en-klare voedselbosbakken die op heel veel plekken passen, met planten die elkaar ondersteunen en handige suggesties waardoor je ze minder vaak water hoeft te geven. Daarnaast bieden we eerlijke deals met bosproducenten die meer inkomsten nodig hebben om hun leefomgeving te beschermen tegen schadelijke korte termijn beslissingen. Denk bijvoorbeeld aan Zambiaanse bosboeren die nu verdienen aan het kappen van bomen voor de productie van houtskool, mais of bakstenen. We geven ze een keuze door ze te belonen voor de duurzame oogst van bosproducten als kennis, paddenstoelen, honing, zaden, vruchten en takken.

Verbouw je voedsel op 300m2, 40m2 of 0m2

In Nederland zijn we gewend dat je werkt voor je geld en dat geld vervolgens uitgeeft aan wat je nodig hebt – eten bijvoorbeeld. Zelfs in het kleinste jampotje kan je al wat verbouwen. Wie zelf voedsel verbouwt of verzamelt, hoeft zich een stuk minder zorgen te maken over inflatie, cyberterroristen of boycots. Hoewel Nederlands huidige systeem niet zonder import kan, stellen veel moestuinders dat een minimalistische veganist met een stadstuintje van 300m2 een heel eind zou moeten kunnen komen. Wie zaken als olie (≈ 30m2), granen, peulvruchten en knollen (≈ 250m2) inkoopt, zou voor groente en fruit nog maar 35m2 nodig hebben. Dat betekent natuurlijk wel dat dat tuintje genoeg zon en een gezonde bodem moet hebben, en de tuinier bereid is te eten wat de grond schaft, ook als dat vooral veel snijbiet is. 

Niet iedereen heeft zo’n tuintje, maar met bakken op de vensterbank, klimmend fruit langs een balkon, flessenstellingen langs een raam, aquariums in de woonkamer, paddenstoelen onder de bank en muren vol met plantzakken, kan iedereen wel wat groeien. We begonnen Mobile Orchards in 2017 met gerecyclede bakken vol eetbare planten die elkaar ondersteunen, en met een ontwerp voor de ‘zwambank’ – een bank van stro, doorspekt met oesterzwammenbroed. Dit jaar gaan we die bouwinstructies delen, zodat iedereen ze zelf kan maken. Wie hulp nodig heeft bij het eetbaar maken van eigen tuin, kan inspiratie putten uit het wensenformulier. Je kan daarmee advies of een ontwerp aanvragen, maar vaak helpt het beantwoorden van de vragen ook al bij het maken van de juiste keuzes. 

Eetbare steden
Daarnaast werken we aan eetbaar groen in publieke gebieden en rond de stad. In het Zoetermeerse voedselbuurtbos GeuzeGroen verzamelen we oude fruitrassen en onderzoeken we wat we kunnen verbouwen op zware, verslempte klei. In de bijzondere miombobossen rond de Zambiaanse stad Mpika onderzoeken we hoe lokale gemeenschappen meer kunnen verdienen aan bosbescherming, maar ook hoe we in dat bos voedselgewassen kunnen telen zonder de oorspronkelijke begroeiing te schaden. Dit jaar gaan we aan de slag met schaduwtolerante soorten die het ook zonder mest goed doen: bonen en bieten. 

We hebben al ontdekt dat sommige inheemse bomen eigenlijk stikstofbinders zijn, waar deze groenten weleens van zouden kunnen profiteren. Zo ontdekken we steeds wat onze voorouders waarschijnlijk allang wisten, maar wat we tijdens decennia van landbouwindustrie weer vergeten waren. Dit soort kennis verzamelen we nu in de Universiteit van Lokale Kennis, in de hoop het toekomstige generaties weer te kunnen leren. 

Ons voorstel voor 2025: verbouw zoveel mogelijk zelf, en geef je geld uit aan mensen die je echt wil steunen. 

Buurvrouw Bibian en haar vriendin – twee van de bosgebruikers die zelfgeplukte paddenstoelen verkopen aan de Minamba Research Farm.
Foto: Roeli Andrea, 2024, all rights reserved

Laatste honing en eerste cadeaupakketten

kadopakket bonsai bounty

Verdrietig nieuws voor allen die zo gek zijn op onze Zambiaanse boshoning: per 23 november gelden nieuwe regels voor de import van honing van buiten de EU, waar onze Zambiaanse leverancier op dit moment (nog) niet aan voldoet. Ze hebben al testrapporten van het gerenomeerde Duitse honingtestlab en voldoen aan de eisen van de Warenwet, maar moeten zich nu ook bij de EU laten registreren. Totdat dat gelukt is, moeten we het dus doen met de wilde boshoning die we al hebben. De honing van onze eigen Minamba Research Farm laat nog even op zich wachten: daar was het afgelopen jaar zo koud dat de bloesems verpieterden en de bijen vertrokken.

Gelukkig hebben we nog een bescheiden voorraad honing van biologische bosboeren uit andere gebieden in Zambia. Die hebben we die op jullie verzoek ook in grotere potjes verpakt. Naast de vertrouwde 45 ml potjes hebben we nu ook 116 ml potjes, waar met onze gulle hand vaak nog wel wat meer in past – ongeveer 3x zoveel als in de kleintjes.

De Zambiaanse boshoning van een collectief dat voormalig stropers omschoolt tot biologische bosboeren, hier in potjes van 45 ml.

Zero-waste

Net als de bedrukte blikjes waar we duurzame voedselbosproducten zoals biologische mango’s, baobabpoeder, thee en wilde eetbare paddenstoelen in verpakken, kan je de potjes weer bij ons inleveren om ze opnieuw te laten vullen. Je krijgt dan 50 cent korting, en draagt bij aan onze ambitie om zo zero-waste mogelijk te produceren. (Dat is ook de reden dat onze visitekaartjes zijn gemaakt van olifantenpoep en ons papier van Zuid-Hollands bermgras.)

Je kan de honing ook kopen als deel van een cadeaupakket. Om het iedereen makkelijk te maken, stellen we voor de komende feestdagen verschillende pakketten samen.

  • tea time!: een blikje zumbani thee (Lippia Javanica – vooral heel lekker, maar traditioneel ook gebruikt tegen verkoudheden en luchtweginfecties), een klein potje wilde Zambiaanse boshoning en een blikje biologische kokos, mango, dadelballetjes of cranberries naar keuze. Samen voor 10,-.
  • bonsai-bounty: een bonsaipakket naar keuze (3 zaden, 3 zweltabletten en een bijdrage voor een stekje aan de kwekerij van de Minamba Research Farm) om thuis je eigen tropen te kweken, plus twee blikjes voedselbosproducten naar keuze en een klein potje pure boshoning uit Zambia. Samen voor 17,50 zonder gedicht, 22,50 met (standaard) kerst- of Sinterklaasgedicht
  • brievenbusbos: een brievenbusdoos met zes kleine blikjes voedselbosproducten naar keuze, een bonsaipakket voor op de vensterbank en een zakje gedroogde Zambiaanse bladgroenten, waarmee je altijd iets in huis hebt voor een gezonde warme maaltijd. Samen voor 25,- (ex. verzending)
  • brievenbusbos XL: een brievenbusdoos met twaalf kleine blikjes voedselbosproducten naar keuze Samen voor 40,- (ex. verzending)

Uiteraard kan je alle pakketten ook laten voorzien van een adoptieboom, met een digitaal of uitgeprint certificaat op naam van de ontvanger. Wil je die zelf laten kiezen? Geef dan een kadobon.

Inpak- en gedichtenservice

Op de markt pakken we je aankopen tot 24 december gratis in. Je vindt ons o.a. op de cadeau- en versmarkt in de Dorpsstraat in Zoetermeer, op 28 november en 12 december. Je kan uiteraard ook via de webshop bestellen. Om het helemaal gemakkelijk te maken, bieden we daar ook een inpakservice en een gedichtenservice.

Wil je meerdere kerst- of kadopakketten bestellen?
Stuur vooraf even een mailtje, we bieden ook opties op maat.

Kambisa!-kerstpakket

Speciaal voor de kerst en mensen die ook stichting Kambisa! een warm hart toedragen, hebben we een symbolisch kerstboompakket waarvan de helft de opbrengst wordt gebruikt om de studio in het Kambisa!-buurtcentrum in Zambia te voorzien van apparatuur. In dit Kambisa!-Kerstpakket vindt je een bonsaiset met drie zaden en zweltabletten om thuis een Masuku-boompje op te kweken. Daarnaast krijg je een mini kerstboompje van zelfgeschept bloempapier, voorzien van zaden van inkarnaatklaver, phaecelia en serradella. Als je die papieren kerstboom (of ster, of kaart) na gebruik laat ontkiemen, krijg je mooie bloeiende planten die stikstof binden en de bijen blij maken. Daarnaast krijg je een digitaal certificaat voor de adoptie van een Masuku (Uapaca Kirkiana) in de Minamba Research Farm in Zambia, waar je een jaar lang aan bijdraagt.

‘Masuku’ zaden (Uapaca Kirkiana), oogst September 2024, gewassen en gedroogd. De Masuku is een geliefde fruitboom en levert volgens lokale tradities niet alleen een medicijn tegen hoesten, maar is ook leverancier van tandvleesgenezende tandenborstels, blauwe verf, termietbestendig hout en bladeren met een geur die kakkerlakken verjaagt – heel handig in de tropen! De zaden zijn slechts een paar maanden kiemkrachtig, dus zorg dat je ze uiterlijk begin 2025 plant.

Wat te doen met gedroogde bospaddenstoelen?

kabansa soep met peterselie

Vandaag (koud, grijs) eten we traditionele soep van hele bijzondere paddenstoelen: de gedroogde kabansa’s uit het Zambiaanse miombobos: de Lactarius Kabansus. Behalve lekker en goed voor het bos en de bosbewoners, schijnen ze ook nog heel gezond te zijn: onderzoeken wijzen op de aanwezigheid heel veel eiwitten, maar ook op verschillende ontstekingsremmende en antibacteriële eigenschappen. Terwijl chemici al die fantastische fungi-stoffen proberen te isoleren, eten wij ze gewoon zoals de natuur ze ons gaf: niet als saaie pil, maar als complete, smakelijke, paddenstoel.

Veel mensen die gedroogde paddestoelen bij ons kopen, vragen hoe je ze moet bereiden. Het standaardantwoord is heel simpel: week ze (minuut of 20), gooi het weekwater niet weg (daar zit alle smaak in!) maar giet het af (zodat eventueel zand onder in de weekbak achterblijft) en doe er verder mee wat je normaal ook met gedroogde paddenstoelen en hun weekwater doet: bak er pasteitjes mee (zoals de Zoetermeerse Bakkerswinkel), maak er soep mee (zoals wij vandaag) of maak iedereen blij met een goede risotto.

Houtgerookt
Veel van de Zambiaanse paddenstoelen die we verkopen, zijn veel rijker aan smaak dan de champignons uit de supermarkt. Ze zijn gedroogd, en dus geconcentreerder. De meeste wilde bospaddenstoelen groeien vooral in het regenseizoen en moeten dan tussen de buien door gedroogd worden. De Lactarius is vrij fijn van structuur en droogt snel, waardoor dat vaak gewoon in de zon kan. Steviger paddenstoelen zoals de Russula Ciliata of de Russula Cellulata worden soms ook naast een houtvuur gedroogd, waardoor ze een rokeriger smaakje kunnen hebben. Sommige paddenstoelenverkoopsters in Chilonga houden daar niet van (ze wassen ze, deppen ze droog en gebruiken ze dan pas), maar een Rotterdamse delicatessenwinkel werd er juist razend enthousiast van: zij combineerden die houterige ondertoon met goede whisky en pure chocolade. Wees dus vooral creatief, volg je voorkeur, en laat ons weten wat je er mee doet.

Ons recept van vandaag was supersimpel, en ook geschikt voor hongerige herfstdagen waarop je nog veel andere dingen te doen hebt. Zelfs het voorgeschreven weken van de paddenstoelen sloegen we over: de kabansa zijn vrij fragiel, en kunnen ook tijdens het koken wel zachter worden. Binnen een minuut of 15 stond de soep op tafel, lekker – en nog met een beetje bite.

We gebruikten:
– 1 rode ui
– 2 flinke tenen knoflook
– zonnebloemolie
1 blik gedroogde kabansa (Lactarius Kabansus)
– half bosje peterselie
een kleine eetlepel potas zout (uit hetzelfde miombo-bos waar de paddenstoelen vandaan kwamen)
– een handje havermoutmeel (ander meel mag ook, we kozen voor glutenvrij)
– kleine liter heet water
– zwarte peper of rode chili naar smaak

Olie in de pan heet laten worden, kleingesneden ui erbij, fijngesneden knoflook erbij, kabansa erbij, doorbakken tot alle uien glazig ogen, daarna zout, grofgesneden peterselie en havermoutmeel erbij. Nog even goed roeren en doorbakken, dan het hete water erbij en nog even laten trekken (tegen kook aan). Bij het serveren kan je het bestrooien met verse peper of chili. De soep is vrij sterk van smaak, dus serveer het met een neutraal brood.

Smakelijk, geniet van elk hapje #MuchingaMagic!

kabansa soep
soep met lactarius kabansus en miombo potas zout uit Muchinga, Zambia

Winstmodellen voor het bos (?)

Dat een bos ongelooflijk veel winst oplevert, weten de meesten van jullie al. Veel bossen helen niet alleen zichzelf en hun vele bewoners, ze dragen ook nog bij aan de bescherming van een groot gebied om hen heen. Ze brengen koelte en schaduw, stabiliseren de grond, voeden de bodem, reguleren het water, bewaken de biodiversiteit, filteren de lucht. Toch blijkt het vaak nodig bossen te voorzien van een korte termijn prijskaartje, uitgedrukt in monetaire eenheden, als je wil voorkomen dat ze gekapt worden. Dat geldt zeker ook voor het stuk miombo bos van de Minamba Research Farm in Zambia, gelegen in een gebied met een zeldzaam hoge biodiversiteitsscore, gepaard met een zeldzaam hoge ontbossingsgraad.

In de veronderstelling dat je de perverse Homo Economicus alleen kan verslaan met zijn eigen wapens, ging een team studenten van de Universiteit van Wageningen op zoek naar manieren om de gebruikers van de onderzoeksboerderij het hele jaar door van een ‘regeneratief’ inkomen te voorzien: een inkomen dat niet alleen de bosgebruikers, maar ook het bos zelf ten goede komt. Ze keken daarbij niet alleen naar de inkomsten voor de Minamba Research Farm zelf, maar ook naar mogelijkheden om deze winstmodellen ook voor andere stukken miombo te gebruiken, zodat niet alleen onze eigen bos beschermd wordt, maar ook dat van andere bosgebruikers die hiermee aan de slag willen.

De studenten verkenden zeven inkomstenmodellen die samen een jaarrond inkomen zouden moeten kunnen generen, zeker als het ons lukt de komende jaren ook wat toeristen te lokken. Naast de manieren die we al bedacht hadden, wezen ze ons ook op de mogelijkheden van de verkoop van zaden en een natuurvriendelijke manier om vissen te kweken. Daarnaast merkten ze op dat we inkomen uit ecosysteemservices als het vastleggen van CO2 en het beschermen van biodiversiteit voorlopig wel op onze buik konden schrijven: de investeringskosten daarvoor zouden veel te hoog zijn voor kleine bosboeren. Extra reden om ons te focussen op ons bestaande adoptiebomenplan, dat gelukkig wel gebruikt kan worden voor iedere boom.

Tenminste drie van die bosbevorderende winstmodellen (fruit, zaden & rupsen) moeten ook op andere bosboerderijen gebruikt kunnen worden. Samen met de leden van de Universiteit van Lokale Kennis (veelal jonge stadse Zambianen met een stukje land buiten de stad) gaan we de komende tijd kijken hoe we het fruit houdbaar kunnen maken, en er meer waarde aan kunnen geven, bijvoorbeeld door het te drogen of te verwerken tot siroop, snoep of iets anders.

Hieronder vindt je de hele presentatie:

Hidden Fruits #4: our Masuku!

masuku chilonga by deshThis is one of our latest assets: a fruiting Musuku, at full glory, at our new garden in Chilonga, Zambia. Otherwise known as the ‘Uapaca kirkiana’, ‘sugar plum’, ‘mazhanje’,  ‘chilundu’, ‘muhaka’, ‘kabofa’, ‘mazanje’, umhobohobo’, ‘mpotopoto’, ‘mahobohobo’ or simply ‘nsuku’, its thirty+ varieties are amongst the most popular wild fruits of Central, Eastern & Southern Africa. Not only do they provide a rich source of nutrition in places where food production can be generally poor, it’s also an appreciated source of fodder, honey, dye, cockroach repellent, wrapping materials, timber, charcoal and medicine.

Popular fruits

Whereas ‘musuku’ is the name of the tree, its fruits are called ‘masuku’. Eaten fresh, pounded into a drink or turned into a jam, butter, wine or syrup, they are one of the most popular fruits of the Miombo woodlands. Hundred grams of these fresh wild loquats gives you about a remarkable 11.8 mg of iron, joining forces with a extra-ordinary 16.8 mgs of vitamin C. Plus a 123 Kcalories, 0.3 grams of protein, 0.4 grams of fat, 2.1 grams of fibre, 17 mg of calcium, 39 mg of magnesium, 15 mg of phosphorus, 375 mg potassium and 10 mg of sodium. Yet, they are mostly liked for their juicy bite and sweet beautiful taste.

Uapaca_kirkiana

Plate depicting Uapaca kirkiana Müll.Arg. from “Trees of Central Africa” (1956)

The fruits grow on female trees of 5–13 meters with dark green, glossy leaves which are hardly ever attacked by pests, in areas with over 600 mm of rain per year. As they prefer well drained sand or soils low in organic matter, their presence indicates a poor agricultural soil. Yet, their presence will help improve the agriculture underneath as it helps preserve the soil it grows on.  It is useful in watershed management, provides good shade and forms a mutual association with the mycorrhizae that help other species develop well.

Many ways to feed a farmer

Besides providing fruits, the Musuku has other ways of providing food for people and animals: ashes from its wood are used for seasoning food, its flowers are valuable for honey production and its leaves are used as fodder for livestock, and are eaten by the bug ‘Encosternum delegoruri’, an important source of protein and money. If you want to eat the bug, and not have the bug eat (all of your) tree, you may want to harvest a few.

Apart from being eaten, its broad leaves are als used as wrappers for storage of processed food and are used as a cockroach repellent in homes. The roots are used to make a blue dye, and an infusion to treat indigestion and dysentery.  Perhaps unfortunately, the red wood of the masuku provides a good red fairly termite resistant timber as well as a good source for charcoal, too. To preserve this important tree from being chopped down, it’s worth realising it needs to develop about ten years before it gives its full harvest of fruits. By that time, sales of its fruits will far outweigh the short term financial gains from prematurely taking its woods.

‘I can come to no other conclusion than that Dr. Livingstone is out of his mind
and a most unsafe leader’, Sir John Kirk 1862

Sir John Kirk (1832-1922)

As usual, the tree has been known to local people long before it was named by Western recognised botanists. They derived  ‘Uapaca’ from the Malagasy name ‘voa-paca’ used for the Madagascar species; U. thouarsii, which was the 1st member of the genus to be scientifically described by Ballion. The specific epithet ‘kirkiana’ was given in honour of Sir John Kirk (1832-1922), explorer and naturalist, and companion to explorer David Livingstone, whom he did not highly recommend. ‘I can come to no other conclusion than that Dr. Livingstone is out of his mind and a most unsafe leader’, he wrote in 1862.

JohnKirk1908

Sir John Kirk in 1908 (December 19, 1832 – January 15, 1922)

Kirk later became a British administrator in Zanzibar, where he was allegedly instrumental in ending the slave trade. Apart from the masuku, his name was also given to a lizard (the Agama kirkii), an amphibian (Kirk’s caecilian, Scolecomorphus kirkii) and a monkey – the Zanzibar red colobus, a.k.a. ‘Kirk’s red colobus’ (Procolobus kirkii). 

Sources:

  • National Academies Press 2008, ‘Lost Crops of Africa: Volume III: Fruits’
  • Wikipedia, ‘Uapaca kirkiana’ and ‘John Kirk (explorer)’, October 1 2017
  • Food and Agriculture Organization of the United Nations 2013, ‘Nutrient composition of selected indigenous fruits from sub-Saharan Africa’
  • Forests, Trees and Livelihoods, Moombe  & Co. 2014, ‘Consumer preferences for Uapaca kirkiana fruits in Zambia’
  • World of AgroForestry, Uapaca kirkiana
  • ICRAF 2008, ‘Pest Management in Miombo Fruit Trees’

Photo: Masuku fruiting in our Chilonga garden, September 2017, by Desh Chisukulu